Commissioning: het gebouw dat werkt

Het voorkomen van fouten vanaf de eerste ontwerpfase van een gebouw zorgt voor een betere prestatie en meer tevreden gebruikers. Klinkt logisch; in de praktijk is dit vaak uitdaging! Aan het woord 3 experts over commissioning: bewaking van de kwaliteit en prestaties van gebouwen. In het webinar van 11 maart waren ze aan het woord. Wij spraken ze na afloop over de definitie en toekomst van commissioning.

What’s in a name?
Een veel gehoorde vraag, ook tijdens het webinar: ‘Vanwaar de wat onduidelijke naam commissioning? En betekent het voor iedereen hetzelfde?’ Sannie Verweij, coach, trainer en adviseur bij Gebouwinzicht: ‘Commissioning gaat om prestatieborging. Hoe krijgen we het gebouw dat voor mij werkt? Het gaat verder dan inbedrijfstelling van installaties. Het kijkt ook of het pakket van eisen klopt. En of het gebouw uiteindelijk gebruikt wordt zoals het is bedoeld.’
‘Voor mij betekent het prestatieborging, gericht op nu én op de toekomst’, vindt Barbera van der Hoek, oprichter en directeur van Watch-E. ‘Een commissioner zorgt dat het eindresultaat klopt met de afspraken die aan de voorkant zijn gemaakt.’
Voor Hans Roggeveen, eigenaar Eye 4 building Solutions, is commissioning: ‘Zorgen dat afgesproken prestaties worden gehaald. Een manier van kwaliteits- en prestatieborging waarbij specialisten controleren of aan alle eisen wordt voldaan. Het is méér dan alleen toetsen en metingen doen. Het start bij de materialen en de constructie. En eindigt bij het aantonen dat alle systemen integraal goed functioneren.’

“Het is méér dan toetsen en metingen doen”

Wat levert het op?
Bij commissioning gaat het om het beoordelen van kwaliteit en prestaties. Zeker voor nieuwe(re) duurzame technieken is dit belangrijk. Verweij: ‘Gebouwen hebben na oplevering 35 % meer energieverbruik dan van tevoren is voorspeld. Dat komt door fouten in de ontwerp- en opleverfase, maar gebeurt vooral in de gebruiksfase. Omdat er anders door de gebruiker wordt omgegaan met de ruimte dan gedacht.’ Roggeveen: ‘Hoe complexer het gebouw, hoe belangrijker het commissioningsproces is.’
Verweij:Kwaliteitsborging gaat erom dat je je papieren op orde hebt over losse onderdelen zoals installaties. Commissioning draagt veel meer bij aan de uiteindelijke resultaten.’ ‘Voor commissioning heb je mensen nodig die én integraal kunnen kijken én naar details’, vindt Van der Hoek.

“Commissioning kijkt integraal én naar de details”

Wat is de rol van opdrachtgever, commissioner en eindgebruiker?
Verweij: ‘Opdrachtgevers zeggen vaak: ‘Waarom moet ik betalen voor een controle van iets dat ik al besteld heb?’ Maar er kan van alles misgaan vanaf de opdrachtfase. Het gaat erom dat iemand met gezond verstand even meekijkt en de fouten eruit haalt. Daar wordt het gebouw alleen maar beter van. En dat moet echt een onafhankelijke partij zijn, niet alleen de aannemer die zichzelf controleert.’

“Het gaat er om dat iemand met gezond verstand meekijkt. Daar wordt het gebouw alleen maar beter van”

Gebruikers beïnvloeden de prestaties van het gebouw of de woning. Van der Hoek: ‘Gedrag bepaalt voor 80% de prestatie van de woning.’ Ook daar lijkt een rol te liggen voor commissioning. Verweij: ‘Gebruiksvriendelijke apparatuur en duidelijke handleidingen voorkomen dat mensen er zelf mee gaan rommelen.’
Ook in de utiliteitsbouw moet de opdrachtgever borgen dat de eindgebruikers zijn meegenomen, vindt Roggeveen. ‘Wij bouwen bijvoorbeeld mock-ups van een lab, waar  gebruikers feedback kunnen geven. Onze opdrachtgever kijkt dan of er nog aanpassingen nodig zijn.’ Roggeveen ziet dat sommige delen in de branche al goed geregeld zijn: ‘‘In de industrie is commissioning al veel langer georganiseerd en wordt volgens vaste protocollen uitgevoerd. Bij marktpartijen merken we weleens weerstand: “We doen dat altijd al zo”. Dan leggen we contractueel bij inkoop vast wat je verlangt. Iemand kan wel zeggen dat hij gecertificeerd is, maar wij willen toch zien hoe de kwaliteit geborgd is. Het blijft mensenwerk, je wilt het toetsen in de realiteit.’

“Het blijft mensenwerk”

Waar staan we over 10 jaar?
Van der Hoek: ‘Over 10 jaar is dat wat nu al kan heel normaal. Wat ik voor ogen heb is dat elke woning, net als een auto met een dashboard, altijd wordt gemonitord. Alle installaties worden op afstand bewaakt, de servicepartij onderneemt actie als er iets niet goed werkt. Daarnaast help je met de informatie uit de woning de bewoner beter omgaan met energie. Data zorgt er dus voor dat de woning comfortabel en duurzaam wordt gehouden.’
‘Ik verwacht dat iedereen in de utiliteitssector tegen die tijd gewend is aan het aantonen van de kwaliteit die we moeten leveren’, voegt Roggeveen toe. ‘Bij elektrotechnische installaties is dat al zo. Ik denk dat dat dan ook bij andere systemen het geval is.’
Verweij hoopt dat we over 10 jaar in staat zijn duurzame, op de gebruiker gerichte gebouwen neer te zetten: ‘De bouwwereld is heel conservatief. Ik hoop dat de mensen die nu van de opleiding afkomen, straks anders denken zodat we die omslag kunnen maken. De rol van commissioning is een kleine, maar wel een heel belangrijk om de gebruikseisen meer centraal te stellen, en zo een gebouw te maken dat werkt voor de gebruiker.’

 

Gerelateerd aan de VGME webinar 'Nut en Noodzaak van Commissioning in de gebouwde omgeving in Nederland' welke op 11 maart 2021 gehouden werd en hier is terug te kijken.

Auteur: Barbara Kramer - REMARK
Publicatiedatum: maart 2021

MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:

back to top