Het nieuwe ontwikkelen

Het nieuwe ontwikkelen: integrale aanpak en een lange adem 

‘Steek de koppen bij elkaar, kijk naar de lange termijn en gebruik data om je beslissingen te onderbouwen, dát is het ontwikkelen van de toekomst.’ – Roy Zöld, PVM.
Gebiedsontwikkeling gebeurt vaak gefragmenteerd en gebaseerd op emotie. Verbetering van een wijk wordt van oudsher vaak vanuit één kant ontwikkeld, zonder te kijken naar juist de combinatie van factoren die nodig is voor succes. Een nieuwe wijk bouwen leidt nog niet tot een leefbare plek, of minder schoolverlaters. Met een integrale aanpak komen alle partijen samen die relevant zijn voor een gebied, en vergroot hun gedeelde visie de kans op succes. 

Meer dan de som der delen

Een integrale aanpak is niet nieuw, maar gebeurt nog niet overal. Bij een ‘onveilige’ buurt wordt nog steeds vaak eenzijdig gestuurd op veiligheid, terwijl uit data misschien blijkt dat er met de veiligheid niks mis is, maar wél met de indeling van de openbare ruimte. De oplossing ligt dan op een heel ander vlak. Door verschillende gebiedsfactoren samen te brengen, ontstaat er een resultaatgerichte aanpak die kijkt naar de hele context. Technische, financiële, en esthetische facetten, maar ook maatschappelijke ontwikkelingen spelen een rol: wat gebeurt er met het gebied eromheen, wat zijn de plannen voor de komende tien jaar? Een voorbeeld is het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Hierin werken het Rijk, gemeente Rotterdam, corporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie aan een betere toekomst voor Rotterdam Zuid. 

Samen voor Zuid

Tien jaar geleden kwam Rotterdam-Zuid onder de aandacht vanwege problemen op het gebied van scholing, werk en wonen. Op al deze onderdelen scoorde de wijk ver onder het landelijk gemiddelde. Een Nationaal Programma was nodig vanwege de uitzonderlijke sociaaleconomische problemen. Verschillende partijen bundelden de krachten, en vanuit een gedeelde visie gingen ze aan de slag. In 20 jaar moet het opleidingsniveau, de arbeidsparticipatie en woonkwaliteit even hoog zijn als het gemiddelde van de vier grote steden in Nederland. De pijler wonen van NPRZ richt zich op het creëren van woningdifferentiatie: door sloop, nieuwbouw, transformatie en samenvoegen worden verschillende woningtypen gecreëerd.  

Verduurzamen kunnen we niet alleen

De Rotterdamse aanpak is een integrale aanpak met een langetermijnvisie: alle koppen bij elkaar steken én een lange adem hebben. Ook met het oog op de verduurzamingsuitdaging van de woningbranche is een integrale aanpak cruciaal. De vele regelgeving vertraagt en vertroebelt. Ook hier zien we de integrale aanpak opkomen om daar een oplossing voor te bieden: breng alle partijen bij elkaar en leg een ambitieuze planning neer. Dat is niet makkelijk, maar levert veel op als het eenmaal staat. Om de klimaatdoelstellingen te bereiken is er veel winst te behalen bij integrale gebiedsontwikkeling, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ontwikkeling per gebouw. Een CO2 – doelstelling kan je halen door een paar woningen te voorzien van zonnepanelen, of ineens de hele fabriek die ernaast ligt. Daarvoor moeten partijen van elkaar weten wat ze doen. 

Toekomstmuziek: the Resilient city

Het poldermodel vertraagt, er is veel overleg voordat een beslissing wordt genomen, elke vier jaar is er een nieuwe agenda. Samenwerken kan zorgen voor versnelling. Maar als we meer integraal willen ontwikkelen, is er een aantal aandachtspunten: communicatie tussen partijen moet uitstekend zijn, en er moet genoeg onderling vertrouwen zijn dat ieders belangen worden behartigt.

In de uitvoering is er belangrijke rol weggelegd voor data, en de inzichten die daaruit voortkomen. Bij veel bedrijven is er nog geen data of de juiste informatie aanwezig. Maar ze richten zich wél op toekomstbestendige steden met een hoge vitaliteit en leefbaarheid. Dan helpt het ze om te weten waarop ze moeten sturen. Data kan uitstekend inzicht geven over ontwikkelingen of problemen in een gebied, mits we er selectief mee omgaan: welke informatie hebben we nodig, en hoe gebruiken we het om te checken waar we staan. Continue monitoring kan ook van grote waarde zijn: hierbij wordt standaard data gegenereerd, of datastromen aan elkaar gekoppeld. Dit maakt het maken van integrale plannen nog makkelijker. Want al heeft elk van ons goede bedoelingen, we kunnen het niet alleen.

 

Bronvermelding: Roy Zöld - PVM, Nationaal Programma Rotterdam Zuid


Gerelateerd aan de Masterclass 'Nationaal Programma Rotterdam Zuid'

Auteur: Barbara Kramer - REMARK
Publicatiedatum: oktober 2019

MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:

back to top