Niets doen kan niet meer

Niets doen kan niet meer

Verschillende oplossingen, verschillende spelers; VGME bracht begin mei een aantal uiteenlopende partijen samen om te praten over circulariteit, het klimaatakkoord en innovatieve oplossingen voor gasloos bouwen. In 2050 moet Nederland energieneutraal zijn; een hele uitdaging. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), TNO Energy, Hydreco Gemec, gebruikersplatform bodemenergie en verduurzamingspartner HVE deelden hun kennis en gingen met VGME-leden in gesprek. We zetten de belangrijkste trends en bevinden op een rijtje. 

Blik op de toekomst

Als we de vastgestelde klimaatdoelen willen halen moeten we nú aan de slag, daar zijn de meeste partijen in de vastgoedbranche het over eens. De uitdagingen voor Nederland:

  • Aardgasvrij: in 2030 is de productie van Groningen 0,0
  • Energietransitie: in 2050 moet Nederland energieneutraal zijn
  • Tussendoel 2030: 49% CO2-reductie t.o.v. 1990
  • Parijs doelstelling: in 2050 95% CO2-reductie t.o.v. 1990

Toch zijn er partijen, onder meer gemeentes, waarbij het idee leeft dat deze harde deadlines nog ver weg zijn. Het gevaar is dat ze daarmee in de knel gaan komen, en de verduurzamingsslag straks lastiger en duurder wordt dan dat hoeft te zijn. Voor vastgoedbezitters geldt: je hebt nog 4 jaar om te zorgen dat je bezit minimaal energielabel C heeft, maar je moet er wél nu al een plan voor maken. Vergunningaanvragen voor nieuwbouw moeten bovendien vanaf 1 januari 2020 voldoen aan de eisen voor ‘bijna energieneutrale gebouwen’ (BENG). De technologie en initiatieven die dat mogelijk moeten maken zijn nu in ontwikkeling of gaan van start.

Kleine stapjes, groots resultaat

Toen het Parijskakoord in 2015 werd ondertekend wist niemand wat er in de praktijk moest gebeuren om de afgesproken doelen te halen. Een paar jaar verder is er meer kennis en ervaring. Een circulaire strategie opzetten lijkt groot maar gaat niet over één nacht ijs; vele stappen zorgen samen voor vooruitgang. Jaarlijks worden nieuwe streefdoelen bepaald en het beleid aangescherpt. Bezig zijn met vastgoedonderhoud betekent voortdurend vragen: ‘Is het wel Paris proof?. Soms betekent dat bijvoorbeeld dat het beter en voordeliger is om te slopen dan de schil eraf te halen. 

Er lijkt (nog) geen superoplossing te zijn in het verduurzamingsproces, maar er zijn veel ontwikkelingen die bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen. Een aantal technologische initiatieven op een rij:

  • Groen gas: gemaakt van mest. Voordeel: gebruik maken van een afvalproduct. Nadeel: er is lang niet genoeg van om de hele maatschappij op te laten draaien. Als we het van  moeten importeren betekent dat transport en is het niet meer duurzaam.
  • Biomassa: verbrande mest, hout, gft. Ook daarvan hebben we niet genoeg om een heel land van warmte en elektra te voorzien. 
  • All electric: zon, wind en biomassa combineren. Hoge investering, levert wel veel op afgezet tegen een lange gebruiksperiode. 
  • WKO (warmte-koude-opslag): het overschot aan warmte of kou wordt opgeslagen in de bodem om te gebruiken in een periode met een grote warmte- of koudevraag. Hergebruik  van energie, geschikt voor het verwarmen of verkoelen van gebouwen.  
  • Capaciteit benutten van directe omgeving. Bijvoorbeeld een gebouw dat overtollige warmte uitwisselt met een ander, of gebruiken maken van een rivier in de buurt.
  • Aardwarmte: tot 2000 meter de grond in, daar is de temperatuur tussen de 30-60 graden, met een warmtepomp kan de temperatuur worden verhoogd. Geschikt voor glastuinbouw en lichte industrie.
  • Ultradiepe geothermie (UD): hierbij wordt gebruik gemaakt van warmte in de bodem, het levert warmte op met een temperatuur van 120 – 250, geschikt voor lichte industrie en het opwekken van elektriciteit.

Het voordeel van geothermie is de schaalgrootte, het kan een kwart van de warmtevoorziening regelen. Dit lijkt de grootste kanshebber op een totaaloplossing te zijn. De uitdaging ligt in de hoge investeringskosten, en het kan niet op alle plekken in Nederland worden gerealiseerd. De bodem moet geschikt zijn, de bodemdata daarvan zijn gearchiveerd door TNO en worden verder onderzocht om te gebruiken.

Ook andere alternatieven dragen bij aan de klimaatdoelstellingen:

  • Circulair bouwen, gericht op hergebruik: alles wat we bouwen moet opnieuw gebruikt kunnen worden aan het eind van de levensspan. 
  • Energie lokaal opwekken, waardoor transport wegvalt. Door innovatieve oplossingen verandert de hele keten. 
  • Verminderen van verspilling: 70% van de gebouwen verspilt 20-30% van haar energie, dit is gemakkelijk op te lossen door te kijken wat anders kan, andere tijdstippen van energiegebruik bijvoorbeeld. 
  • Collectief verduurzamen: door met een groep bedrijven een gebied te verbeteren maak je grote stappen en kan je zelfs energie overhouden.
  • Gedragsverandering binnen de gevestigde orde; partijen zoals Shell zijn enthousiast en gaan met nieuwe oplossingen aan de slag.
  • Nieuwe referentiekaders: nu wordt de gasketel nog gebruikt bij het vergelijken met andere energiebronnen. Straks verdwijnt dat en ontstaat er een nieuw referentiekader.
  • Circulair is hot en trekt talent aan; de nieuwe generatie wil werk dat ertoe doet. 

Al hebben de verschillende partijen elk een eigen invalshoek, er is consensus over het combineren van oplossingen, scepsis over de slagingskans van initiatieven en, ook niet onbelangrijk, het prijskaartje dat eraan hangt.

Wat kost dat?

Alle circulaire doelstellingen en goede voornemens ten spijt, is het zeker net zo belangrijk wat de kosten zijn van het behalen van de energietransitie. Een ESCo (Energy Service Company) is een mooi voorbeeld van een oplossing hiervoor. Het is een bedrijf dat het energiebeheer en onderhoud van een gebouw voor langere periode overneemt en investeert in energiebesparende maatregelen. Daarbij is techniek niet leidend; de gewenste functie wel.

Wordt vervolgd...

We zijn er nog niet, dat is zeker. Uitdagingen zijn onder meer weerstand in de branche of bij gebruikers. En dan zijn er nog de monumenten waar je niks aan mag veranderen en een duurzaamheidsopgave vooralsnog alleen van binnenuit te realiseren is. 


Bronvermelding: RVO, Hydreco Geomec, TNO Energie - project Be Positive, HVE


Gerelateerd aan de Masterclass 'Alternatieven voor gasloos bouwen'

Auteur: Barbara Kramer - REMARK
Publicatiedatum: juni 2019

MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:

back to top